Locomotive 23 023 van Stoom Stichting Nederland (SSN)

De Baureihe 23

Na de tweede wereld oorlog was er een behoefte aan nieuwe generatie stoomlocomotieven. Aangezien zowel diesel als elektrische tractie te duur was en nog niet betrouwbaar genoeg geacht werd. Werden er een aantal nieuwe locomotiefseries ontwikkeld, de BR 23, 65, 82 en de experimentele series 10 en 66. De locomotieven werden gebouwd volgens de ( toendertijd ) modernste middelen, zo waren de ketels, elektrisch gelast in plaats van geklonken. Door een verbeterde tenderkoppeling konden de machines achteruit ( met de tender voorop ) een snelheid van 80 km/u halen, waardoor deze machines ook konden worden ingezet op spoorlijnen die niet voorzien waren van een draaischijf. Ook waren deze machines geschikt gemaakt voor trek-duw treinen. De Br 23 was de beoogde opvolger van de welbekende P8 ( Br 38 ). In totaal zijn er 105 exemplaren van deze serie gebouwd.

Vanaf de 23 051 werd de serie 23 uitgerust met rollenlagers ipv glijlagers, op de assen en de stangen, en een ander type voedingswater-voorverwarmer werd gemonteerd. De 23 023 behoord tot de “oude “generatie die is uitgerust met glijlagers, en een dwars op de rookkast liggende voedingswater-voorverwarmer. Dit in tegenstelling tot de 23 071 en 23 076 van de VSM, die over de modernere variant van de 23 serie beschikken. Na de hernummering in 1968 werden alle locomotieven van deze serie ondergebracht in baureihe 023.

De 23 023

De 23 023-5 is vanaf 1976 in eigendom van de Stoomstichting Nederland, die haar heeft ingezet tot 1984, toen de ketelkeuring verliep. Tijdens het 150 jaar spoorwegen in Nederland festijn kreeg de 23 023 ontheffing waardoor ze kon deelnemen aan de locomotief-parade. In 1993 onderging de 23 023 een grote revisie bij Dampflokwerk Meiningen, die 9 maanden duurde. Sindsdien is ze in actieve dienst bij de SSN, en vormde jarenlang samen met de 01 1075 het gezicht van de SSN. Na een kleine aanrijding in Oktober 2005 is de machine enige tijd uit de rolatie geweest, aangezien er tegelijkertijd een revisie aan de oververhitter werd uitgevoerd. Op 26 april 2006 maakte ze weer haar eerste commerciele rit, en is haar revisie naar tevredenheid afgesloten.