Dinner car 1984-3 van the Nederlands Transport Museum
Manufacturer | SIG, Neuhausen |
---|---|
Type | DE-IV |
Year build | 1957 |
Gauge | 1435 mm |
Location | Watergraafsmeer |
Ready for service? | nee |
Classification | 2'2' |
Max. speed | 140 km/h |
Orig. owners | NS, ONR, TEE Classics |
Historical numbers | 1003, 1902-3, 1982-3, 1984-3 |
Diese Tekst ist leider nicht im Deutsch verfügbar
In de jaren '50, waarin de auto en het vliegtuig sterk in opkomst waren, besefte toenmalig NS president-directeur Dr. Ir. F.Q. den Hollander dat er behoefte was aan een Europees netwerk van snelle en comfortabele 1e klas treinen. Tijdens een UIC conferentie in 1953 kregen deze plannen vorm en de Trans Europ Express (TEE) was geboren.
De NS en SBB besloten samen een treinstel te ontwikkelen, dit werd een 4-delig dieseltreinstel met verschillende Nederlandse en Zwitserse kenmerken. In oktober 1955 werd de bestelling voor 5 van deze treinstellen geplaatst. Werkspoor zorgde voor de 5 motorwagens, SIG in Neuhausen voor de 15 bijbehorende rijtuigen en Brown-Boveri in Baden zorgde voor de electrische installatie.
De 3 NS treinstellen kregen de nummers NS 1001-1003 en de 2 SBB treinstellen 501 en 502.
Nadat in 1971 de SBB 501 verongelukte in Duitsland, werden de 4 overgebleven stellen alleen nog maar voor de Edelweis ingezet. Aangezien een groot stuk van het traject dat ze hiervoor reden voorzien was van een bovenleiding en het feit dat de motorwagens nogal eens last hadden van storingen werd het niet meer economisch verantwoord bevonden de stellen nog langer in dienst te houden. De dieseltreinstellen werden vervangen door electrische SBB TEE-treinstellen en de 4 dieselstellen werden te koop aangeboden.
De treinstellen werden uiteindelijk in 1976 verkocht aan de Canadese Urban Transportation Development Corporation, die ze onderbracht bij de Ontario Northland Railway in North Bay. Hiervoor werden de dieseltreinstellen in de werkplaatsen Tilburg en Zürich gereviseerd en aangepast voor dienst in het koude Canada, waar temperaturen ver onder het minpunt bereikt kunnen worden. Verder kregen de stellen typisch Noord-Amerikaanse nummerlichtbakken en lampen op de neuzen en werd er een bel boven op de cabines aangebracht. Ook werden verschillende bakwisselingen uitgevoerd, zo kwam AR uit de NS 1003 terecht in ONR 1902. (Samen met de mDk en het salonrijtuig van de NS 1003 en de Ak van de NS 1002) De stellen werden uiteindelijk in 1977 verscheept naar Toronto.
Direct na aankomst werden de stellen vernummerd omdat er nummerdoublures met diesellocs bleken te zijn. Zo werd de ONR 1902 vernummerd in ONR 1982. Daar de motorwagens van Werkspoor slecht tegen de strenge Canadese winters bestand waren, werden al in 1979 en 1980 de motorwagens door FP7A diesels vervangen. De treinstellen werden hierbij weer vernummerd en zodoende werd de ONR 1982 vernummerd in ONR 1984.
Begin deze eeuw kwamen vijf rijtuigen terug naar Zwitserland en later naar Nederland. Eind 2020 werden de vijf rijtugien overgenomen door het Nederlands Transport Museum.
Data maintained by:
Tim Goorman, email: timgoorman(a)gmail.com
Please substitute (a) for @, this is an anti-spam measure