Lokomotive RSTM 2 van Museumstoomtram Hoorn-Medemblik (SHM)

De tramlocomotieven RSTM 1 - 4 werden in 1881 gebouwd en in dienst gesteld. In 1882 volgde nog de indienststelling van de RSTM 5. Ze werden, met de RSTM 2 als oudste nog bestaande tramlocomotief van Nederland, aangeschaft voor de toen nieuwe RSTM-lijn Leiden - Katwijk.

Vanaf 1883 werd de exploitatie door de HSM overgenomen, die de locs vernummerde in 215 - 219. Nadat de lijn in 1911 door de NZHTM werd geëlektrificeerd, werden enkele locs nog gebruikt voor zandvervoer. In 1912 had de NZHTM twee locomotieven nodig voor de lokaaldienst Haarlem - Heemstede. Daartoe werden de beste machines geschikt gemaakt, de 219 en 216. Ze kregen een extra waterbak naast de ketel om eventueel het hele traject Haarlem - Leiden te kunnen berijden. Zij werden vernummerd in 22 resp. 23.
In 1917 werd ook het traject Haarlem - Heemstede geëlektrificeerd.
De locomotieven, die  door het personeel 'Juliaantjes' genoemd werden, reden sinds 1918 met de nieuwe nummers A15 resp. A16 wel eens op het traject Leiden - Heemstede. 
Ze gingen in 1932 buiten dienst.

De A16 werd in 1933 gesloopt, maar de A15 werd door toedoen van de NVBS voor het Spoorwegmuseum bewaard. Onder leiding van de heer L. Biezeveld werd hij weer in oorspronkelijke staat als RSTM 2 teruggebracht en in 1966 aan het Spoorwegmuseum geschonken.

In 2017 word de lokomotief in bruikleen overgebracht naar de SHM.

RSTM = Rijnlandsche Stoomtramweg-Maatschappij
HSM = Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij
NZHTM = Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij
NVBS = Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen
Literatuur o.a.:  De Stoomlocomotieven der Nederlandse Tramwegen - Ir. S. Overbosch - uitg. De Bataafse Leeuw, 1984

(herzien: BS 28/9'13)

Literatuur: De Stoomlocomotieven der Nederlandse Tramwegen - Ir S. Overbosch - Uitg: De Bataafsche Leeuw, Amsterdam/Dieren 1985