Loc 41 241 van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM)
Naam | Polarstern |
---|---|
Tractievorm | Stoom |
Fabrikant | A. Borsig, Berlin-Tegel |
Type | Bauhreihe 41 |
Fabrieksnummer | 14820 |
Bouwjaar | 1939 |
Spoorwijdte | 1435 mm |
Standplaats | Beekbergen |
Bedrijfswaardig | nee, in revisie |
Gewicht | 178 ton -met tender- ton |
Lengte o/b | 23,90,5 -met tender- m |
Asindeling | 1D1 h2 2`2` |
Vermogen | ( 1442 kW ) 1950 PK (0,0 kW) |
Max. snelheid | 90 / 55 km/u km/h |
Tractiedetails |
Ketel: |
Oorspr.eigenaars | Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG), Deutsche Bundesbahn (DB), Dampflok-Tradition Oberhausen |
Hist. nummers | 41 241, 042 241-0 |
De baureihe 41
Een van de best ontworpen en gebouwde locomotiefserie van de Deutsche Bundesbahn! In 1936 werd de eerste machine van de serie BR41 afgeleverd. In totaal zouden er 366 gebouwd worden waarvan de laatste in 1941 werd afgeleverd. Oorspronkelijk bedoeld voor het rijden van zogenaamde snelgoederentreinen. Door het trekken van slachtveetreinen, kregen de machines als snel de naam De Ossenlok. Door haar snelle acceleratie snelheid van maakte deze de ietwat 'trage' maximale snelheid van 90 km/u goed, waardoor de locomotiefserie veelvuldig werd ingezet in de passagiersdienst.
In de jaren 1950 werd er bij 99 machines van deze serie de ketel vervangen door een nieuwe standaard ketel, die ook werd gebruikt bij de serie 03.10. Bij 44 machines van de serie br 41 werd de ketel werd een oliestook installatie aangebracht. Bij de omnummering in 1968 werden de kolengestookten exemplaren ondergebracht in serie br041, en de olie gestookte exemplaren in serie br042.
Betrekkelijk veel hebben de weg naar de snijbrander overleefd. Dit komt, doordat de locomotiefserie populair in inzet was, De locomotieven behorende aan deze serie tot aan het eind van het stoomtijdperk in West-Duitsland in bedrijf zijn geweest waardoor vele zijn bewaard voor het nageslacht.
De 41 241
Werd in 1939 door Borsig afgeleverd, en gedurende haar actieve carriere was ze onderandere gestationeerd in de Betriebswerken Hannover, Braunschweig, Göttingen und Osnabrück. Na haar buitendienststelling door de DB in 1978 werd ze eigendom van de BSW-Gruppe Gelsenkirchen-Bismarck. Oorspronkelijk was ze onderdelen leverancier voor de eveneens daar verblijvende 41 360. In 1991 wordt ze door AW Meiningen gereviseerd.
Toen de 41 360 door een verlopen revisie termijn buitendienst werd gesteld, werd de 41 241 afgevelerd door AW Meiningen. Een van de eerste ritten was naar Narvik in Noorwegen. Door het passeren van de Poolcirkel kreeg de locomotief de naam Polarstern ( Poolster ) door de plaatselijke bevolking gedoopt, een naam die ze vandaag de dag nog draagt! . De 41 241 werd in 1999 buitendienst gesteld met een verlopen revisie termijn. Doordat de 41 360 weer terug keerde naar actieve dienst, was het financieel niet mogelijk 2 locomotieven bedrijfsvaardig te houden.
In december 2006 werd ze in bruikleen afgestaan aan de SSN door de Dampflok-Tradition Oberhausen, waar deze loc geen prioriteit meer had en in de weg stond. Sinds 24 december 2006 stond de loc in Rotterdam. Eind 2015 werd de loc door de VSM overgenomen, waarna de loc op 19 december naar Beekbergen verhuisde. De nog altijd in Bielefeld verblijvende tender van deze loc is niet overgenomen; bij de VSM zal de loc weer naar kolenstook teruggebouwd gaan worden.
Data beheerd door:
Marcel Buchholz, email: marcel.buchholz94(a)gmail.com
Vervang (a) door @, dit is een antispam maatregel.