Overzicht van belangrijke periodes in de geschiedenis van de RTM

De Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij(RTM) kent een prachtige geschiedenis. De RTM is op 12 november 1878 opgericht als NV te Rotterdam. In eerste instantie richte de RTM zich, zoals de naam doet vermoeden, op het vervoer in de stad Rotterdam. Als snel kwamen hier ook andere gebieden bij zoals Schiedam, Dordrecht en Hoorn - Enkhuizen. En het latere werkterrein van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.

De Stichting v/h Rotterdamse Tramweg-Maatschappij (S. v/h RTM) richt zich met name op de RTM als vervoerder op de Eilanden. Ook hier heeft de RTM een rijke geschiedenis die begon in 1898 met de opening van de lijn van Rotterdam Rosestraat naar Zuid-Beijerland op 2 mei 1898.

Ondanks verwoede pogingen tot modernisering van het materieel slaagde de RTM er niet in om de concurrentiestrijd met het opkomende busvervoer te winnen. In 1966 viel het doek dan ook voor het eens zo prachtige bedrijf waar Stoom- en Motortrams, (stoom)boten en bussen een integraal geheel vormde. De RTM ging verder als Bus-maatschappij.

De S. v/h RTM onderscheidt in haar beleid 6 periodes die samen de geschiedenis vormen van de RTM. Deze periodisering is gebaseerd op de volgende items:

• opening en sluiting van lijnen of groepen

• nieuwe technische ontwikkelingen

• overname materieel na Tweede Wereldoorlog

• ontwerpen vanuit de RTM

Bij de objecten van de S. v/h RTM staat bij het materieel ook de streefbehoefte van een object genoemd. In de vorm van de periode, inclusief de jaartallen. Hieronder worden de betreffende periodes weergegeven en nader verklaart.

Periode 1: 1898 tot 1924

• opbouw van het smalspoornet van de RTM op de eilanden

• tot de komst van het eerste motormaterieelt

Periode 2: 1924 tot 1945

• consolidatie van het RTM-bedrijf

• begin busvervoer

• begin moderniseringen in 䙮-jaren

• einde van de Tweede Wereldoorlog

Periode 3A: 1945 tot 1950

• herstelperiode

• motortractie MBS & ZVTM

• vreemd materieel (EDS & NBM)