Nederlandse taal  English language  Deutsche Sprache 

Societe John Cockerill Seraing

In 1817 krijgt John Cockerill van koning Willem I van Nederland de gelegenheid de Luikse staalindustrie te moderniseren. Ze kopen het voormalige kasteel van de prinsbisschop van Luik in Seraing en bouwen er de eerste hoogovens op cokes - in plaats van houtskool -, gebruik makend van de steenkool die in de regio wordt gewonnen. Ze introduceren daarmee de massaproductie van ijzer en staal, niet alleen de ruwe producten maar ook machines, schepen, locomotieven en spoorwegmateriaal... In 1824 opent Cockerill in Antwerpen een scheepswerf, de Cockerill Yards: later verplaatst naar Hoboken (Cockerill Yards ging in 1982 failliet). In 1825 verkoopt James Cockerill zijn aandeel in de fabrieken aan de koning. In 1838 vormt hij het eerste grote geïntegreerde industriële complex met hoogovens, staalgieterij, walserijen, smederijen en constructiewerkplaatsen, aan de boorden van de Maas, ontsloten door een eigen haven en met spoorwegen verbonden met nabijgelegen erts- en koolmijnen. Hij komt rond die tijd echter in een financiële crisis terecht wanneer het vertrouwen van de investeerders in zijn onderneming wegvalt. Ontgoocheld besluit hij om in Rusland opnieuw te beginnen, maar onderweg sterft hij in Warschau in 1840.

in 1830 bouwd John Cockerill de eerste lokomotief voor de Belgische Staatsspoorwegen, wat tevens ook de 1ste stoomlokomotief was die gebouwd werd op het Europese vasteland. Vanaf dat moment werd Cockerill een populaire fabrikant. in 1844 leverde hij zijn 100ste lokomotief af. Na de beide wereld oorlogen was de order portefuille zo geslonken dat de fabriek geen stoomlokomotieven meer gaat bouwen. Daardoor werd er in 1949, na het bouwen van 3.272 lokomotieven, de productielijn gesloten. Later werd een nieuwe productielijn onder de naam Cockerill Mechanical Industries geopend voor de bouw van diesellokomotieven. Daardoor is Cockerill op dit moment de oudste spoorweg fabrikant ter wereld.

In Nederland zijn voornamelijk de industriemachines met vertikale ketel bekend, hiervan hebben er ook de nodige rondgereden, voornamelijk in groeves. Volgens het boek Nederlandse industrielokomotieven in totaal 9. Gelukkig is een van deze machines bewaard gebleven bij de MBS. Ook tijdens de dieselperiode was de Nederlandse industrie klant bij Cockerill, voornamelijk de voormalige Koninklijke Hoogovens wisten de weg naar Seraing ( wijk in de stad Luik ) te vinden. Ook hier zijn 2 machines bewaard gebleven, bij de SSN en CYS.

Gedurende meer dan een eeuw zal Cockerill een centrale plaats innemen in de economie van de Luikse regio. Maar het einde van de Luikse staalindustrie komt dan in zicht: in 2005 wordt de Cockerill hoogoven van Seraing en de Cockerill Mechanical Industries gesloten en de sluiting van de laatst overgebleven hoogoven, die van Ougrée, en van de walserij van Chertal, wordt voorzien voor 2009.

Links
Boeken
Nederlandse Industrielokomotieven