Dit rijtuig is in 1922 voor de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft gebouwd en is na de oorlog verkocht aan de Vorwohle-Emmerthaler Eisenbahn. Hier kreeg ze nummer 130. In 1966, toen men op de Meppen-Haselünner Eisenbahn meer zitplaatscapaciteit zocht, kocht men haar van de VEE. Hier bleef ze in dienst tot 1971 en werd toen verkocht aan MBS.
Bij MBS zette men haar vrijwel direct in voor een rit van Enschede naar Haaksbergen. In de winter 1973-1974 is ze mee geweest met MBS loc 4, naar de werkplaats Neuenhaus van de Bentheimer Eisenbahn. In 1981 is met MBS loc 2 mee geweest naar Almelo.
Dit 3de klas rijtuig biedt 55 reizigers een zitplaats. Samen met de CD35, C36 en C37 heeft ze jarenlang deel uitgemaakt van de vaste stam rijtuigen. Door de komst van meer rijtuigen werd ze in latere jaren vooral gebruikt als versterking op de drukkere dagen. In afwachting van een noodzakelijke interieurrevisie, zijn de zitbanken in 2014 tijdelijk verwijderd en is ze ingericht als facilitair rijtuig. De ene helft met een bar en sta-tafeltjes, de andere helft met een keukenafdeling t.b.v. de diner-ritten met rijtuig 44. Bovendien is ze uitwendig geschilderd in de uitmonstering van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft uit 1922.