De loc werd in 1925 door La Meuse geleverd aan de metaalfabriek Hoboken-Overpelt. Ze werd hier als rangeermachine gebruikt op het fabrieksterrein. Begin jaren tachtig werd de loc verworven door de Hr. Jans, die de loc op zijn beurt weer ter beschikking stelde aan de Toeristische Trein Zolder (TTZ), in België. Tot 1989 werd de loc op deze museumlijn ingezet voor het trekken van de toeristische treinen. De museumlijn werd opgeheven en de loc werd opgeborgen in Mons, gelegen in het zuiden van België.
In 1994 kwam de MBS in contact met de Hr. Jans en een jaar later kon de machine worden gekocht en naar Haaksbergen worden vervoerd. In 1998 werd er begonnen met de restauratie waarbij de oude ketel door de MBS-werkplaatsleiding werd afgekeurd. Een nieuwe ketel moest worden ontworpen, in tegenstelling tot de originele werd deze geheel gelast i.p.v. geklonken.
De loc werd geschilderd in de kleurstelling van de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS), volgens een beschrijving uit 1910. Hier werd voor gekozen daar er geen enkele locomotief van deze maatschappij bewaard is gebleven. MBS loc 6 geeft dus een uitstekend beeld weer van de kleurstelling van de NCS-locomotieven.
De loc werd in mei 1999 feestelijk in gebruik genomen en blijkt een zeer geschikte machine te zijn, getuige het feit dat de loc in 1999 al meer dan 2000 kilometer aflegde tussen Haaksbergen en Boekelo. De machine is zeer zuinig, trekt met gemak een trein van acht wagens en is hierdoor zeer geschikt voor de MBS-treinen.