Ketelwagen 89 is in 1929 onder nummer 1428 bij Orenstein & Koppel in Berlijn-Drewitz (Babelsberg) gebouwd voor Pakhuismeesteren in Rotterdam.
De wagen is bij deze firma in dienst gesteld met nummer NS 506607P. De P duidt aan dat de wagen particulier bezit is.
Ze is bij deze firma gebruikt voor transport van plantaardige olie en later voor gewone olie.
Om de olie vloeibaar te houden was ze voorzien van stoomverwarmingsbuizen onder in de ketel die werd aangesloten op een landketel of op de ketel van een stoomlok.
Ze reed tussen de diverse locaties van Pakhuismeesteren in Rotterdam en Amsterdam via NS.
Het depot van de wagen was tankbedrijf Vondelingenplaat in Rotterdam-Zuid.
De laatste jaren werd ze alleen nog gebruikt voor het interne transport in Rotterdam en droeg ze nummer 7607.
Ze werd in 1990 aan de MBS geschonken en kwam in 1991 naar Haaksbergen.
In 1996 werd met de restauratie begonnen.Ze kreeg weer haar historische uiterlijk terug, compleet met remmershuisje en grote borden aan de ketel met het opschrift PAKHUISMEESTEREN.
De wagen wordt regelmatig ingezet voor de historische goederentrein.
Voor de opslag en het transport van voedingswater voor de stoomlocs maakt de MBS gebruik van ketelwagens. Voor dit vervoer worden de Pakhuismeesterenwagen en de Zoutindustriewagen gebruikt.
In de watertoren in Haaksbergen zit een installatie die het water zuivert en geschikt maakt voor het gebruik in de stoomlocs. Als de reservoirs vol zitten in de toren, dan wordt het water overgeheveld in een van de ketelwagens.
Tijdens de drukkere dagen wordt een ketelwagen in Boekelo gestald om daar de locs hun dorst te lessen.